Het schip drijft af naar een brandende berg. Een zwarte duivel schreeuwt zo hard dat alle monniken, in slaap gezongen door de sirene, terstond wakker worden. Hij wil de monniken in het vuur gooien omdat ze hem en de andere duivels zoveel zielen hebben ontnomen met hun gebeden. Als de monniken willen vluchten, komen er nog veel meer duivels te voorschijn die het schip met brandende pijlen beschieten. |
|